Omgangsregeling

Wanneer er nog geen omgangsregeling is vastgesteld en jullie er samen niet uitkomen, kun je de volgende stappen zetten:
1. Overleg of bemiddeling
- Probeer samen afspraken te maken, eventueel met hulp van een mediator.
- Mediation is vaak sneller, goedkoper en minder belastend dan een rechtszaak
2. Ouderschapsplan
- Als jullie gezamenlijk gezag hebben, is een ouderschapsplan verplicht.
- Hierin worden o.a. omgangsafspraken vastgelegd.
- Komen jullie er niet uit, dan kan de rechter dit plan vaststellen.
3. Procedure bij de rechtbank
- Je kunt via een advocaat een verzoekschrift indienen bij de rechtbank.
- Hierin doe je een voorstel voor de omgangsregeling.
- De rechter kijkt altijd naar het belang van het kind en stelt een regeling vast.
4. Raad voor de Kinderbescherming
- De rechter kan de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen.
- De Raad doet onderzoek en adviseert de rechter over wat het beste is voor het kind.
Tip: Probeer waar mogelijk eerst samen of via mediation afspraken te maken. Een rechtszaak is vaak belastend en kan lang duren.

Ja, dat kan. Als je nog wacht op een definitieve uitspraak over de omgangsregeling, kun je de rechter vragen om een voorlopige regeling. Dat heet een voorlopige voorziening.
Hoe werkt dat?
- Je vraagt de rechtbank (via je advocaat) om alvast tijdelijke afspraken te maken over het contact met het kind.
- De rechter kijkt dan of het in het belang van het kind is om die voorlopige omgangsregeling te laten gelden totdat de definitieve uitspraak er is.
- Deze regeling geldt dus tijdelijk, meestal totdat de bodemprocedure (de definitieve zaak) is afgerond.
Voorwaarden en bijzonderheden
- Een verzoek om voorlopige voorziening wordt meestal alleen toegekend als er urgentie is (bijvoorbeeld als er helemaal geen contact plaatsvindt of als de situatie voor het kind onduidelijk of onveilig is).
- De rechter behandelt zo’n verzoek vaak sneller dan de hoofdzaak.
Praktisch stappenplan
1. Neem contact op met een advocaat (verplicht bij familierechtzaken).
2. Laat de advocaat een verzoek voorlopige voorziening omgang indienen.
3. Er volgt een zitting, meestal korter en sneller dan de hoofdzaak.
4. De rechter doet uitspraak en legt de voorlopige regeling vast.

Dat klinkt heel moeilijk en pijnlijk. Als een ex-partner de kinderen tegen jou opzet of kwaad over je spreekt, kan dat vallen onder ouderverstoting of ouderverstotingsgedrag. Het belangrijkste is dat dit schadelijk kan zijn voor de kinderen, omdat zij klem komen te zitten tussen twee ouders.
Hier zijn stappen die je kunt nemen:
1. Blijf rustig en reageer niet negatief naar de kinderen
- Ook al is het heel lastig: vermijd om terug te vechten via de kinderen.
- Laat hen merken dat ze vrij zijn om van beide ouders te houden.
2. Documenteer wat er gebeurt
- Houd een dagboek of logboek bij van voorvallen (wat er gezegd is, door wie, wanneer, welke gevolgen het had).
- Dit kan later belangrijk zijn in juridische procedures.
3. Zoek hulp voor de kinderen
- Schakel eventueel jeugdhulpverlening of een kinderpsycholoog in. Dit kan de kinderen steun geven en ook aantonen dat de situatie schadelijk voor hen is.
4. Bespreek het met je advocaat in een procedure
- In een lopende of nieuwe procedure kun je de rechter vragen om dit mee te nemen.
- Rechters kijken vooral naar het **belang van de kinderen**. Als blijkt dat één ouder hen structureel tegen de andere ouder opzet, kan dit gevolgen hebben voor de omgangsregeling of zelfs het gezag.
5. Raad voor de Kinderbescherming
- Als de situatie ernstig is en de kinderen echt in de knel zitten, kan de rechter of jijzelf de Raad voor de Kinderbescherming inschakelen voor onderzoek en advies.
Kortom: Je kunt hier niet altijd direct iets aan doen, maar wel:
- professioneel blijven richting de kinderen
- bewijzen verzamelen
- en via de rechter of hulpinstanties laten ingrijpen als het uit de hand loopt.

Recht van het kind op omgang met beide ouders
1. Wettelijke basis
- Artikel 1:377 BW – het kind heeft recht op omgang met beide ouders, tenzij dit ernstig in strijd is met het belang van het kind.
- Het recht geldt ook als de ouders gescheiden zijn of het gezag niet gezamenlijk hebben.
2. Internationaal verdrag
- Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK), artikel 9, bevestigt dat het kind contact mag onderhouden met beide ouders.
- Bij scheiding of conflicten moet het kind de mogelijkheid hebben een duurzame relatie met beide ouders te behouden.
3. Praktische gevolgen
- De ouders moeten altijd het belang van het kind vooropstellen bij omgangsafspraken.
- De rechter kan een omgangsregeling vaststellen als ouders er zelf niet uitkomen.
- Het is niet toegestaan dat één ouder het kind bewust tegen de andere ouder opzet (ouderverstoting).
- Het kind kan, afhankelijk van leeftijd en rijpheid, ook een eigen stem hebben bij omgangsprocedures.
Belangrijk: Het recht van het kind op omgang is een eigen recht, los van de rechten van de ouders. De rechtbank houdt altijd het belang van het kind centraal bij omgangsprocedures.

Wat te doen als je niet wordt geïnformeerd over je kind?
1. Gezamenlijk gezag
- Heb je gezamenlijk gezag, dan ben je gelijkwaardig beslissingsbevoegd en heb je recht op alle belangrijke informatie.
- De andere ouder is verplicht jou op de hoogte te houden.
- Ook instanties zoals school en artsen moeten jou informeren als je daarom vraagt.
Wettelijke basis: Artikel 1:247 BW (plicht tot zorg en verantwoordelijkheid) en Artikel 1:253a BW (regeling geschillen tussen ouders met gezag).
2. Geen gezag, wel juridische ouder
- Ook zonder gezag heb je recht op informatie van instellingen die het kind begeleiden (school, arts, jeugdzorg).
- De instelling moet jou informeren, tenzij dit tegen het belang van het kind is.
Wettelijke basis: Artikel 1:377c BW – recht op informatie van de ouder zonder gezag.
3. Als de andere ouder weigert te informeren
- Je kunt via de rechtbank afdwingen dat de andere ouder de informatieplicht nakomt.
- De rechter kan zelfs een dwangsom opleggen bij niet-nakoming.
- Dit gebeurt via een advocaat met een verzoekschrift bij de rechtbank.
4. Praktische tips
- Dien je verzoek om informatie altijd schriftelijk in (per e-mail of brief).
- Bewaar kopieën van je verzoeken en reacties, dit kan later bewijs zijn.
- Blijf zakelijk en rustig communiceren, dit helpt in een juridische procedure.
Let op: Het recht op informatie mag alleen geweigerd worden als dit ernstig in strijd is met het belang van het kind (Artikel 1:377c lid 2 BW).
Belangrijkste wetsartikelen die van toepassing zijn:
- Art. 1:247 BW – verantwoordelijkheid en zorgplicht ouders
- Art. 1:253a BW – geschillenregeling tussen ouders met gezag
- Art. 1:377c BW – recht op informatie van de ouder zonder gezag

1. Als je gezamenlijk gezag hebt
- Je hebt recht op alle belangrijke informatie over je kind.
- Scholen, artsen en andere instanties zijn verplicht je te informeren wanneer je daar om vraagt.
Wettelijke basis: Artikel 1:247 BW en Artikel 1:253a BW.
2. Als je geen gezag hebt maar wel juridisch ouder bent
- Je hebt recht op informatie van school, arts en andere betrokken instanties.
- Informatie mag alleen worden geweigerd als dit ernstig in strijd is met het belang van het kind.
Wettelijke basis: Artikel 1:377c BW.
3. Als je geen juridisch ouder bent
- Dan heb je geen wettelijk recht op informatie.
- Je kunt alleen informatie krijgen met toestemming van de ouder die gezag heeft.
Conclusie: Ben je juridisch ouder (met of zonder gezag), dan moet de school of arts jou in principe informeren als je daar om vraagt. Alleen als dit tegen het belang van het kind is, mag dat geweigerd worden (Artikel 1:377c lid 2 BW).