LKC-Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

De topics/onderwerpen van vóór 31 december 2012 waar geen of sinds geruime tijd geen antwoord op is gegeven, zijn hier geplaatst.
Gesloten
Chris71
Zeer gewaardeerde schrijver
Zeer gewaardeerde schrijver
Berichten: 51
Lid geworden op: 10 feb 2011, 23:00

LKC-Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Bericht door Chris71 »

inzake de klacht van:
de heer A te B, vader van C, leerlinge op de D Mavo te B, klager
en
de heer E, teamleider op de D Mavo, verweerder
1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij klaagschrift met bijlagen van 27 oktober 2011, ingekomen op 31 oktober 2011, heeft klager op
grond van de klachtenregeling van de betrokken school bij de Landelijke Klachtencommissie
Onderwijs (LKC) een klacht tegen verweerder ingediend met de volgende inhoud:
Klager klaagt erover dat de heer E geen informatie verstrekt over zijn dochter.
Voorts klaagt klager erover dat hij onheus is bejegend door de heer E.
Eén en ander is toegelicht in het klaagschrift.
De Commissie heeft de klacht aan het bevoegd gezag gestuurd met het verzoek kenbaar te maken of
de klacht op school- of bestuursniveau opgelost kon worden. Op 5 december 2011 heeft de
Commissie een reactie van het bestuur ontvangen. Op 9 december 2011 heeft klager de Commissie
laten weten dat hij geen aanleiding zag om de klacht in te trekken. Daarop heeft de Commissie
partijen 13 december 2011 laten weten dat de klacht op 25 januari 2012 ter hoorzitting zou wordenbehandeld. Op 9 januari 2012 heeft verweerder laten weten dat hij op 25 januari 2012 verhinderd was.
De zittingsdatum is vervolgens vastgesteld op 15 februari 2012. De Commissie heeft op 16 januari
2012 de klachtenregeling van het bevoegd gezag ontvangen en op 17 januari 2012 van verweerder
het verweerschrift plus bijlagen ontvangen.
Alle stukken zijn over en weer in afschrift aan partijen gestuurd.
De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 15 februari 2012 te Utrecht.
Partijen waren ter zitting aanwezig. Verweerder werd ter zitting vergezeld door de heer
F, directeur van de D Mavo, als informant.
Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven.
Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit
advies weergegeven.
2. DE FEITEN
Klager is sinds 1999 gescheiden. Hij en zijn ex-echtgenote hebben drie kinderen en ze hebben beiden
het ouderlijk gezag over de kinderen. Eén van de kinderen, C zit sinds september 2010 op de D Mavo,
waar ze bekend is onder de naam G.
Op 24 augustus 2011 is klager naar de D Mavo gegaan omdat hij zich zorgen maakte over zijn
dochter. Die dag heeft klager gesproken met verweerder. Klager wilde informatie over zijn dochter
hebben. Verweerder verkeerde in de veronderstelling dat klager niet het ouderlijk gezag had en liet
weten dat de school niet gerechtigd was om informatie over C aan klager te verstrekken.
Op 1 december 2011 heeft het bevoegd gezag de Commissie naar aanleiding van de klacht schriftelijk
bericht dat een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft wel recht heeft op de informatie betreffende de
leerresultaten van zijn/haar kinderen (tenzij het belang van de kinderen zich hiertegen verzet) en dat
deze daar dan ook om kan vragen. In reactie op deze brief heeft klager het bevoegd gezag 9
december 2011 schriftelijk laten weten dat zijn ex-echtgenote hem geen informatie geeft over C. Om
die reden, zo heeft klager geschreven in zijn brief van 9 december, handhaaft hij zijn verzoek aan
school om hem van informatie te voorzien.
3. OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE
De Commissie ziet zich gesteld voor de vraag of de school een andere positie had moeten innemen
daar waar het gaat om het verstrekken van informatie aan gescheiden ouders. De Commissie
overweegt dat als gescheiden ouders beiden zijn belast met het ouderlijk gezag
de school beide ouders in beginsel actief dient te informeren over het kind en te betrekken bij
belangrijke beslissingen van de school die het kind aangaan. Dat vloeit voort uit de algemene
informatieplicht die geldt voor scholen ten opzichte van ouders/verzorgers van minderjarige leerlingen
zoals geregeld in artikel 23 b Wet op het Voortgezet Onderwijs. Als slechts één van de ouders is
belast met het ouderlijk gezag dan geldt dat de ouder die is belast met het ouderlijk gezag, de
verplichting heeft om de andere ouder op de hoogte te houden van gewichtige aangelegenheden die
het kind betreffen (artikel 1:377 b Burgerlijk Wetboek). Het is de bedoeling dat de ouder die niet met
het gezag is belast, de informatie krijgt van de andere ouder. De school heeft echter ook een eigen
informatieplicht naar de ouder die het ouderlijk gezag niet heeft. Op grond van artikel 1:377 c BW
dient een school de ouder informatie inzake belangrijke feiten en omstandigheden die de persoon van
het kind betreffen of diens verzorging of opvoeding te verstrekken als deze daarom verzoekt. Hierop
kan een uitzondering worden gemaakt als het belang van het kind zich hiertegen verzet.
Om inhoud te kunnen geven aan de informatieplicht die een school heeft ten opzichte van de
ouders/verzorgers van hun leerlingen is het van belang dat een school actief nagaat wie het ouderlijkgezag heeft en de NAW-gegevens van beide ouders opvraagt. De Commissie zal daarover een
aanbeveling doen.
Verweerder stelt dat op de dag dat klager onaangekondigd op school kwam, de school niet wist of
deze het ouderlijk gezag bezat over zijn dochter. Desondanks vertelde verweerder klager dat hij geen
recht had op informatie omdat hij geen ouderlijk gezag bezat.
Nog los van het feit dat ook een ouder zonder ouderlijk gezag recht heeft op informatie, beschikte
verweerder op dat moment over onvoldoende informatie om het besluit te nemen en klager mee te
delen dat hij geen recht op informatie had.
Nadat verweerder klager had verteld dat hij geen recht had op informatie, verzocht hij klager de school
te verlaten bij gebreke waarvan hij de politie zou inschakelen. Alhoewel verweerder zich
mogelijkerwijs overvallen voelde door het onaangekondigde bezoek van klager en verweerder vooral
uit zorg voor C handelde, heeft verweerder klager op 24 augustus 2011 onheus bejegend door te
handelen vanuit bepaalde onjuist gebleken veronderstellingen. Van verweerder had als professional
mogen worden verlangd dat hij de-escalerend was opgetreden. Dat had bijvoorbeeld gekund door
klager te laten weten dat de school op dat moment over onvoldoende informatie beschikte om de door
klager gewenste informatie te geven. Vervolgens had met klager op korte termijn een afspraak
gemaakt kunnen worden om een en ander, na nader onderzoek, verder te bespreken.
Voor zover de Commissie heeft kunnen nagaan is ook na 24 augustus 2011 niet onderzocht of de
veronderstelling dat klager geen ouderlijke macht had, juist was. Integendeel, uit de brief van het
bevoegd gezag d.d. 1 december 2011 blijkt dat er toen nog steeds van uit werd gegaan dat klager
geen ouderlijk gezag had. Pas uit het verweerschrift van 13 januari 2012 blijkt dat verweerder op de
hoogte is van het feit dat klager ouderlijk gezag heeft over zijn dochter. Desondanks heeft verweerder
geen aanleiding gezien om klager rechtstreeks te informeren over zijn dochter. Ter zitting is gebleken
dat dit niet gebeurt omdat in het scheidingsconvenant staat dat de moeder van C klager moet
informeren over haar schoolvorderingen etc. Door zich te beroepen op de afspraken die zijn
vastgelegd in het scheidingsconvenant, terwijl de school inmiddels wist dat de moeder haar afspraken
uit het convenant zeer waarschijnlijk niet naleeft, acht de Commissie het begrijpelijk dat klager twijfelt
aan de neutrale opstelling van de school. Bovendien heeft klager op 11 december 2011 nogmaals
verzocht hem te informeren over zijn dochter.
Nu vaststaat dat klager het ouderlijk gezag heeft over zijn dochter oordeelt de Commissie, dat de
school klager alle informatie die zijn ex-echtgenote krijgt, ook rechtstreeks aan klager moet
aanbieden. Aangezien dit tot op heden niet gebeurt, is de klacht hierover gegrond.
4. OORDEEL VAN DE COMMISSIE
De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht gegrond
is.
5. AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE
De Commissie beveelt het bevoegd gezag van de D Mavo aan om er zorg voor te dragen dat bij
aanmelding van leerlingen op een van zijn scholen structureel in kaart wordt gebracht hoe de
juridische status wat betreft gezag, omgang en informatievoorziening van gescheiden ouders ten
opzichte van elkaar en hun kinderen is. Ook beveelt de Commissie aan om op het
aanmeldingsformulier standaard naar de namen en adressen van beide ouders te vragen.
Gesloten